CategoriesUncategorized

Wat is de emissietool

Waarom is de emissietool ontwikkeld?

De effecten van het menselijk handelen op het klimaat staan de laatste jaren in toenemende mate op de agenda’s van de beleidsbepalers van overheden en het bedrijfsleven.

Het klimaatakkoord en de ontwikkelingen met betrekking tot de reductie van stikstof in Nederland hebben veel invloed op de bedrijfsvoering van ondernemingen binnen de sector transport en logistiek. Bedrijven worden bij het aangaan van projecten en contracten geconfronteerd met strengere eisen ten aanzien van de uitstoot van verontreinigde stoffen en deeltjes. De normen hiervoor zijn al jaren stevig verankerd in Europese en nationale wet- en regelgeving en worden nu steeds vaker vertaald naar de dagelijkse praktijk.

Bouw- en transportondernemingen moeten beter in staat zijn om gedetailleerde gegevens over de uitstoot van gassen in kaart te brengen en inspanningen te leveren om de uitstoot te reduceren. De gevolgen worden in lijn met het uitvoeren van het klimaatakkoord dwingender voor bedrijven en hebben grote impact op het kunnen en mogen uitoefenen van de normale bedrijfsvoering in de toekomst.

De vaststelling en interpretatie van deze data is complex en tijdrovend en vergt nieuwe deskundigheid en bekwaamheid van medewerkers.  

Om bedrijven en medewerkers te kunnen ondersteunen bij deze nieuwe wet- en regelgeving rond de aangescherpte milieueisen is de Vereniging Verticaal Transport (VVT) begonnen met het ontwikkelen van een breed inzetbare en gebruiksvriendelijke emissierekentool.

De kennis en expertise die hierbij wordt ontwikkeld zal beschikbaar worden gesteld aan medewerkers, met name bij de planning en werkvoorbereiding, om de benodigde deskundigheid te vergroten. Ook zal dit bijdragen aan de aantrekkelijkheid van de sector door het voortouw te nemen in de nieuwe maatschappelijke ontwikkeling en als sector die duurzaamheid en innovatie na streeft.

Wie gebruik de emissietool?

De rekentool is ontwikkeld vanuit het idee dat werkvoorbereiders, planners en technische diensten van bedrijven over veel kennis en expertise beschikken bij de inzet van machines in de praktijk. Bedrijven zijn zeer goed in staat om een inschatting maken van het inzetprofiel van een machine en de bijbehorende verbruik-cijfers te kunnen controleren. Dit in tegenstelling tot veel bureaus en organisaties die momenteel emissieberekeningen maken op basis van onjuiste of te grove aannames.

Het model is zo ontworpen dat de inputs die een gebruikers moet invoeren herkenbaar zijn en makkelijk op te zoeken. Ook is het model intuïtief opgezet zodat men de stappen om een berekening te maken snel en eenvoudig kan uitvoeren. De juistheid van de uitkomsten kunnen goed worden vergeleken en getoetst met de praktische kennis.  

Tenslotte kan een medeweker de berekeningen aanpassen om vergelijkingen te maken tussen de verschillende inzetmogelijkheden van machines om op die wijze het gesprek met opdrachtgevers aan te gaan en een bijdrage te leveren aan de reductie van schadelijke emissies.

Wie gebruik de emissietool?

De VVT heeft een kwantitatief model ontwikkeld om een schatting te maken van de uitstoot van vervuilende deeltjes zoals Koolstofdioxide (CO2), Stikstof (NOx) en Fijnstof (PM) voor bouwmachines en voertuigen die worden ingezet bij bouwprojecten. In de figuur hieronder wordt een schematisch overzicht gegeven van het model.
Voor het model zijn allereerst de in te zetten machines op de bouwplaats, de eigenschappen van deze machines en de specifieke eigenschappen van de motor(en) essentiële inputs die door de gebruiker van de rekentool moeten worden opgegeven. De motorspecificaties  betreffen het opgegeven maximale vermogen, de soort aandrijving, het type brandstof en de emissieklasse. De rekentool kent een eigen database met standaard machines en bijbehorende eigenschappen welke de gebruiker kan kiezen. Deze database heet ‘Wagenpark’ en wordt beheerd door de gebruikers zelf. Voor volgende releases wordt gekeken of fabrikanten van machines deze database rechtstreeks aanvullen en up-to-date kunnen houden.
 

Wanneer een machine uit het ‘Wagenpark’ wordt gekozen worden alle eigenschappen automatisch ingevuld voor het uitvoeren van de berekeningen. Als een gebruiker een machine wil invoeren die niet in de database staat is het nodig dat de gebruiker alle input zelf moet invullen.

Naast de specificaties van de machines moet ook worden ingegeven hoe de machines wordt ingezet. Deze ‘Workload’ verschilt per machine en per project. Inputs hierbij zijn de totale reisafstand, de tijd op locatie en het percentage van deze tijd waarbij de machines wordt ingezet voor werkzaamheden en tenslotte de inschatting van de belasting van de motor tijdens de werkzaamheden.
 
Op basis van alle inputs wordt uitgerekend hoeveel het verbruik per gereden kilometer is en worden automatische correcties toegepast om tot de bijbehorende uitstoot van deeltjes te komen. Deze gegevens worden daarna nog aangepast aan de juiste geldende emissiefactoren voor de gekozen brandstof. Voor de werkzaamheden wordt uitgegaan van de draaitijd, overbrenging van vermogen en de werkbelasting op de motor om tot een gemiddeld verbruik per uur inzet te komen. Voor elke type machine gelden verschillende correctiefactoren. 
 

De uitkomst van het model geeft een overzicht van het geschatte verbruik van brandstof voor het rijden (totaal en liters per 100km) en voor het uitvoeren van werkzaamheden (totaal en per uur). Ook wordt er per machine een schatting gemaakt van de totale uitstoot CO2, NOx en PM.